Vissen in de Mors
Godert Volbeda komt met zware passen het keetje binnengestapt. Hij was al een paar keer eerder voorbij gebrommerd maar wilde nu toch wel even het een en ander met ons delen.
"Ik ben geen wereldverbeteraar, laat dat duidelijk wezen," zegt Godert met donkere stem. Godert is keurmeester geweest in dienst voor de gemeente, hij werkte jarenlang in het openbaar slachthuis. Duizenden koeien heeft hij gekeurd en afgekeurd. In die tijd bestond de Mors als wijk nog niet; enkel als moeras, als tuin van Leiden. Als Godert eenmaal besluit een gezinnetje te stichten komt hij via de gemeente in de Lage Mors terecht. De Hoge Mors ligt er idyllisch bij met haar grachtjes en tuintjes.
In de Hoge Mors vond je toendertijd ook nog de restanten van een tankgracht; een verdediging gebouwd tijdens WOII. Een tankgracht (of antitankgracht) is een diepe, brede, al dan niet met water gevulde, gracht met steile oevers die het voor tanks en pantservoertuigen onmogelijk maakt over te steken is. De tankgracht die vlak bij het huidige Robijnhof lag, zat vol met vis. Die sloot lag toen nog niet in verbinding met de spoorsloot (waarlangs het Morslint loopt). Godert en heel wat buurtbewoners hebben toen met man en macht de vis naar de spoorsloot gebracht. Gewapend met grote wasteilen en visnetten brachten ze de vis naar zijn nieuwe habitat. Dankzij deze enorme buurtactie zwemmen tot op de dag van vandaag talrijke vissen in de spoorsloot. Als prachtige visspot, verwerd deze sloot al snel tot een trekpleister voor Leidse hengelaars, waaronder ook Godert.
Godert houdt zeker wel van een lekker stukje vlees, maar is ook absoluut niet vies van vis. Als hij en de andere heldhaftige buurtbewoners deze legendarische vismigratie niet had ondernomen, dan waren er nu geen zeelt en snoeken in de spoorsloot geweest. Enig onderzoek wijst uit dat de zeelt (die tot de karperachtigen behoort) leeft van waterslakken, kreeftachtigen en erwtenmosseltjes. Met die kennis van zaken, slaat de fantasie van theatermakers Rian en Tijs op hol, want: Zouden de generaties zeelt de verhalen nog herinneren? Hoe klinkt het daar onder water? En hoe kunnen we de signalen van de erwtenmosseltjes opvangen en omzetten tot woorden en muziek? Wellicht komen we dan tot het complete verhaal van Natland.