Kansenongelijkheid in het onderwijs: de makers blikken terug op TWAALF
Voor TWAALF volgden theatermakers Rian Evers en Brecht Hermans vier gezinnen van wie een kind de stap maakte van de basisschool naar de middelbare school. Van de CITO-toets tot het schooladvies en van de eindmusical tot de eerste stappen op de nieuwe school. In TWAALF deden zij verslag van deze bijzondere periode. Nu blikken ze terug: wat heeft deze periode betekend, en wat heeft de voorstelling in beweging gezet?
Brecht en Rian, jullie hebben een half jaar lang elk twee gezinnen gevolgd. Hoe was het om ineens onderdeel te worden van hun levens?
Brecht: Heel speciaal. Als theatermaker vind ik het fijn om onderzoek te doen naar hoe mensen in elkaar zitten en hoe ze omgaan met het leven. We gingen één keer per maand langs en sloten aan bij zoveel mogelijk alledaagse dingen. Ik bleef een paar keer eten, bezocht de schoolmusical van Isa en de schoolfilm van William. Vaak sprak ik het hele gezin samen aan de keukentafel.
Al snel tijdens het onderzoek bleek er dan ook een dubbele laag te zijn: hoe is het voor het kind om zo’n sprong te maken, maar ook, hoe is het voor de ouders? Welke beslissingen nemen ze, waar sturen ze bij? Wat laten ze los, wat nog niet? Gaandeweg werden mijn vragen ook concreter. Bijvoorbeeld: je hebt een ander schooladvies gekregen dan je hoopte, kies je dan nu ook voor een andere school?
Rian: Het mooie vond ik ook dat het een gedeelde zoektocht werd. Die ging uiteindelijk over het besef dat de manier waarop je je kleine, alledaagse leven inricht, zoveel vormt voor een kind. Terwijl het kind denkt dat die gewoon zelf, in alle vrijheid, toekomstkeuzes maakt. Maar als de overgang van basisschool naar het middelbaar voor jou een soepel proces is, komt dat omdat je een enorm vangnet en richtinggevend kader om je heen hebt. Waarbij ik me meteen afvroeg: als dat er niet is, wat is het dan voor rare, heftige transitie?
Kun je een opvallend moment uit het veldonderzoek delen?
Rian: We hebben veel met elkaar gesproken, maar op een gegeven moment wilde ik ook iets doen. Toen bedachten we om met vriendenboekjes te werken. Het kind, de ouders en de broertjes en zusjes vulden ons vriendenboekje in, met allerlei vragen over groep acht en de grote sprong. Wie was je lievelingsleraar en waarom? Iedereen had daar meteen een antwoord op en dan raak je soepel in gesprek over het onderwijs. Het was een andere ingang in die materie.
Brecht: Op een gegeven moment vertelde een gezin over hoe ze het kind, toen die eenmaal op de middelbare school zat, volgden via een app. Toen dacht ik zelf: ‘Oeh, dat zou ik als kind nooit willen en als ouder denk ik ook niet doen.’ Maar dat kan ik als theatermaker natuurlijk niet zo zeggen. Dus stelde ik me voorzichtiger op: dit is jouw waarheid, ik respecteer die en ik ben blij dat je dit deelt. Dit moment hebben we uiteindelijk ook in de voorstelling verwerkt; dat werkte heel prikkelend voor het publiek.
Wat hebben het onderzoek en de voorstelling in beweging gezet, denken jullie?
Brecht: Wat ik bijzonder vond om te merken, is dat mijn bezoek een aanleiding kon zijn voor een gesprek binnen het gezin, nog voordat ik er was. Eén keer kwam ik binnen en hing er een gespannen sfeer. Toen bleek er net een gesprek gevoerd te zijn over dat het kind nu wel echt harder zijn best moest gaan doen op school. Toen vroeg ik me af: hoe was dit gelopen als ik niet was langsgekomen vandaag? Je kan een onderzoek als dit eigenlijk niet loskoppelen van het leven.
Rian: De bewustwording bij de ouders over de lijn die je kunt trekken tussen hoe je het zelf als kind hebt gehad en wat je nu als basis geeft aan je kinderen, is een belangrijke beweging geweest. Maar tijdens de voorstelling zag ik het bewustzijn ook bij docenten groeien: als het gaat over kansengelijkheid, heb ik zoveel meer invloed dan ik me realiseer.
Brecht: Ik vond de herkenning bij de kinderen van 12 die in het publiek zaten ook zo mooi om te zien. Zij zagen op het toneel wat zij op dat moment meemaakten. En hun ouders vonden, naast de bewustwording die Rian noemde, ook herkenning bij elkaar. De melancholie van ouders die hun kind zien opgroeien en moeten loslaten, en hoe moeilijk dat is. Ouders herkenden de worstelingen van de ouders, en docenten herkenden de worstelingen van de docenten. Dat is ook de rol van theater. Wij laten zien: 'Kijk, dit speelt er.’ Zo is de voorstelling vooral een aanzet tot een gesprek.
De komende jaren onderzoekt PS|theater de kloof tussen kansarm en kansrijk. Samen met allerlei groepen uit Leiden en de omliggende gemeenten brengen wij de ongelijkheid in kaart. Afgelopen jaar gingen we van start met een drieluik over kansen in het onderwijs: TWAALF, ZESTIEN en EENENTWINTIG. De voorstelling MOED (premiere augstus 2024) is het slotstuk hiervan.