Erica volgde de Leergang Leidenkunde
Dramaturg Erica Smits volgde de Leergang Leidenkunde bij Blaauwberg. Één vraag bleef nog lang hangen.
Goed. Wie haalt Leiden Zuidwest eruit? We zitten in de ronde ruimte van Blaauwberg. Al jaren fiets ik over de heen-en-weer-brug en vraag ik me af wat die vreemde ronde uitbouw daar is. Nu zit ik er zelf. Met nog 8 andere deelnemers van de Leergang Leidenkunde, staar ik naar een A4 met een tabel vol cijfers. Die cijfers gaan over percentages hoogopgeleiden, over verhuismobiliteit, over hoeveelheid 65+-plussers in een wijk, over de uitslagen van het Oekraïene-referendum. De verschillende Leidse wijken zijn in deze tabel weergegeven in de letters A tot en met G. Welke letter is Leiden Zuidwest? Is dat wijk F met de lage werkgelegenheid? Of juist wijk A met een hoog percentage 65-plussers? Ik heb er zelf gewoond. Ik zou het moeten weten.
De Leergang Leidenkunde van Blaauwberg bestaat uit vier middagen waarin Aart van Bochove en Rob Manders ons mee nemen in de geschiedenis, de bewoners, de wijken en de toekomst van Leiden. “We steken de thermometer in de statistiek”, zo beschrijft Aart. Want door nauwgezet de cijfers te analyseren en deze in context te plaatsen, kom je steeds meer achter het verhaal van een bepaalde plek.
In dit geval dus het verhaal van Leiden. Tijdens de middagen gaat het over allerlei onderwerpen: van bijstand tot universiteit. En Leiden staat er goed voor. Leiden staat met Amsterdam, Utrecht, Nijmegen en Groningen in een rijtje van ‘sterrensteden’, een term ontleend aan Richard Florida. Sterrensteden hebben het voor elkaar gekregen om een opwaartse beweging in gang te zetten: meer jonge, hoogopgeleide mensen, meer dynamiek, meer werkgelegenheid.
Maar dat is niet alleen maar goed nieuws. Wat me bijbleef van de vier bomvolle en inspirerende middagen, was de vraag hoe we de boel bij elkaar gaan houden. Juist in een stad die zo succesvol lijkt als Leiden. Want niet alleen de arbeidsmarkt vraagt om steeds meer hoogopgeleiden die beschikken over meer complexe vaardigheden. Ook de samenleving wordt steeds complexer. Het wordt steeds ingewikkelder om jezelf staande te houden. Niet iedereen kan dat bijbenen. Tegelijkertijd neemt het vertrouwen in instanties (en elkaar) steeds meer af. Oftewel, de kloof tussen de ‘onderkant’ van de samenleving en de ‘bovenkant’ van de samenleving wordt alleen maar groter. Dat is heel zorgelijk, aangezien het samenleven in de stad juist behelst dat je het samen doet.
Maar mooi toch? Dat een gesprek begint met cijfers, percentages, statistieken en eindigt met een bevlogen uitwisseling tussen deelnemers die op allerlei verschillende manieren betrokken zijn bij de stad. Van de gemeente, van de provincie, van maatschappelijke instellingen. En dus één dramaturg.