65+ Tinder
“Dit nummer zong mijn vader altijd voor mijn moeder.” Bij iedere ontmoeting waar Hilmar de eerste noten van Voor Haar van Frans Halsema speelt, worden zuchten van herkenning geslaakt. Na het nummer blijft het altijd even stil. “Zulke liedjes worden niet meer gemaakt,” mompelt een meneer. De mevrouw naast hem draait wat aan de trouwring van haar man, die ze boven haar eigen ring draagt. Wil opent het gesprek tijdens zijn concerten met een wedstrijdje Langst Getrouwd, wat vaak uitmondt in een gesprek over Langst Alleen: “Dertig jaar geleden is mijn man overleden. Ik mis hem nog elke dag.”
Overal waar we komen krijgen we koffie en thee, en overal eten de ouderen bij die koffie en thee echte koekjes. Ik ben niet de enige die gedurende het gesprek opmerkt dat een aantal zandkoekjes de vorm hebben van een hart of een klavertje vier: “Zou dat er bij horen, denk je?” vraagt een van de wat dementerende dames me, terwijl ze de punt van haar hart in de thee doopt.
Tussen de nummers door vertelt Wil over Gerard du Prie, onze rasechte Leienaar die zijn vrouw Els ontmoette op de stijfselbaan en met haar ging dansen bij Zomerzorg. Voor eenieder die niet weet wat de stijfselbaan was, blijft dat nog even een verrassing tot de voorstelling, of je moet het een Leidse oudere vragen. Zij kunnen zich wel vinden in het in ere herstellen van die stijfselbaan, en beamen daarmee Wils veronderstelling dat het zoeken naar een geliefde vroeger een gemeenschappelijker zoektocht was dan nu.
Op de vraag of de aanwezigen indien er zoiets als 65+ Tinder zou bestaan, een nieuwe liefde zouden willen ontmoeten, antwoordt een groot deel resoluut nee. Vergeleken worden of zelf vergelijken lijkt hen verschrikkelijk. Een aantal dames danst dagelijks met de foto van hun echtgenoot, of praat er tegen, en ook een aantal heren zegt nooit een andere vrouw dan hun eigen te wensen. Veel van de weduwes en weduwnaren die we spreken zijn erg druk met hun leven precies invullen zoals ze dat zelf wensen, daar is geen ruimte meer in voor een ander.
Natuurlijk zijn er ook ouderen die hertrouwd zijn, sommigen zelfs pas kort, of een nieuwe relatie hebben. “Ik ging met mijn kinderen en kleinkinderen naar Slagharen, we hadden daar een huisje.” “En ik was daar ook met mijn kinderen en kleinkinderen, ook in een huisje.” “En kun je dat nou toeval noemen, dat ik aan de andere kant van het park dan mijn kinderen een huisje kreeg, bij hem?”
Met alle verhalen over hoe leeftijd wel of geen rol speelt, hoe de liefde ontstond of opbloeide, en hoe ze groeide gedurende die zestig of zes jarige huwelijken, gaan we nu aan de slag. De herinvoering van de stijfselbaan, het raadsel van de tongzoen, en trouwjurken op de bon: u ziet het allemaal in Ons Hart!