Dagboek van onze makers

Onze theatermakers schrijven met regelmaat een dagboek over hun ervaringen en ontmoetingen

Week 4
Zoeterwoude

Het zijn de langste dagen van het jaar, de zon brandt onverbiddelijk door de zonnebrandcreme heen, we dragen zo min mogelijk kleren en zoeken waar we kunnen naar schaduw en naar een briesje. Op de fiets is het aangenamer dan in stilstand. Binnen is het koel, iets te koel zelfs soms met de weinige kleren die we dragen. De eendenkooi heeft air-conditioning, de werkkamer van de burgemeester ook. Het is nog geen 2 uur en onze afspraken zitten er op. We vinden onszelf in een drukkend warm dorp en met een hele vrije middag voor ons. Fietsen willen we. En een ijsje. 

Oog in oog met grazende, loslopende koeien (wat zijn ze groot als je zo dichtbij ze komt!) verplaatsen we ons van de Zuidbuurt naar de Weipoort. De weipoort kenden we enkel nog van de verhalen. Over het mooiste plekje van Zoeterwoude, over de polderdagen, over de oude boerderijen, over thuiskomen in je dorp… Mooi is het zeker, en typisch, pittoresk, gestolde tijd. En als klapper op de vuurpijl vinden we ijs, boerderij-ijs, echt Weipoorts-ijs. We rekenen ons rijk, en koel, al is het maar voor een paar minuten. 

Week 3
Zoeterwoude 

Ik ben geen ochtendmens. En ik heb de neiging om altijd net iets te laat te vertrekken. Een slechte combinatie als je om 9.00u hebt afgesproken met iemand die niet eens in het dorp, of Rijndijk, maar in het buitengebied van Zoeterwoude woont. Haar boerderij valt bijna van het interactieve tafelkleed af, zo afgelegen woont ze. Niet Leiden, maar Zoetermeer, is de stadse plek waar in geval van nood naar uitgeweken kan worden. 

Het zit niet mee. Mijn humeur niet, de wind niet, de zeurende miezer niet, mijn GPS niet en mijn richtinggevoel uiteraard ook niet. Als ik op tijd vertrokken was had ik genoten van het tochtje dat volgens Google Maps 29 minuten zou gaan duren. Dwars door park Cronensteyn, langs het voormalige klooster, over de A4, door de weilanden. Maar ik ben al laat, en het waait te hard en de kar is te zwaar en mijn benen al direct verzuurd, en ik weet niet of het zweet of miezer is die aan mijn huid plakt. Ik voel me met de minuut schuldiger tegenover mijn gastvrouw die niets anders kent dan een vroeg ochtendritme en die ik bij deze sowieso teleurstel. Gelukkig heb ik iets om het mogelijk een beetje goed te maken, een gitaar en een lied dat ik voor haar schreef, een paar weken geleden. Nu ga ik haar ontmoeten. Ik ben er bijna, nog even doortrappen.

Week 2
Zoeterwoude

Het internet wist mij te vertellen dat er ook in Zoeterwoude een kringloopwinkel te vinden is. Mooi. Die wil ik wel zien. Het internet wist mij helaas niet te vertellen dat het winkeltje vanwege de Corona-crisis haar deuren voorlopig nog gesloten hield. Door de vitrages heen kon ik wel een koffie-kamertje ontwaren, maar het winkeltje zelf en haar spulletjes bleven een raadsel. Gelukkig ligt de kringloop pal naast de Sint Jan, die via een bord buiten de blije boodschap verkondigt van het wederom open kunnen zijn.

Ik stap naar binnen in de hoop er iemand te treffen maar de kerk is leeg. Links in de hoek kun je een kaarsje branden, of iets in een boekje schrijven. Op de tafels in de voorruimte liggen flyers en blaadjes en vooral veel desinfectie-materiaal en veel informatie over de strikte regels en voorzorgsmaatregelen. Ik scan het document getiteld “Welkom terug in de kerk”. Wat klinkt als een heugelijk document, blijkt te barsten van mitsen en maren. “Samenzang is niet toegestaan.” “Helaas kunnen we ook nog geen koffie drinken na de viering.” Ik weet, het hoort er allemaal bij, maar het stemt me wat mistroostig. Ik blader door het boekje waarin mensen hun gebeden en gedachtes hebben opgeschreven. Gelukkig, toch nog een glimlach. Iemand schreef: “Lieve God, Jezus & moeder Maria. Laat mijn eendjes het alstublieft redden in de vrije natuur. Lieve groet, The Duckwhisperer, Zoeterwoude”

Week 1
Zoeterwoude

Dat het een aparte constructie was, de gemeente Zoeterwoude  - met aan de ene kant “het dorp” en aan een andere kant “Rijndiijk” - was me al bekend. De afstand tussen de twee kon met wind tegen zomaar oplopen tot zo’n twintig minuten fietsen, zo was me gewaarschuwd. Ik wist het dus wel, maar was het ook alweer vergeten.

De eerste dag met de fietsbak achter mijn fiets (gevuld met het spel voor Zoeterwoude en daar bovenop met spanbanden bevestigd de uitklapbare tafel van anderhalve meter) van Rijndijk naar het dorp. En niet de afstand bleef me bij, niet de ruim twintig minuten die het me kostte ook al stond er geen wind, niet het vertrek uit Rijndijk noch de aankomst in het dorp. Het was de ruimte daartussen. De grootsheid van die ruimte. De trage veranderingen in die ruimte. Hoe het cliché van “het Hollandse dorp” dat ik schijnbaar bij me droeg de werkelijkheid benaderde - weiland, molen, groen, koeien - afgewisseld, zichzelf herhalend. Laat mij maar in deze eindeloze ruimte verdwalen en ver dwalen. Uitwaaien met koeienletters.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer informatie hierover vind u op onze cookie instellingen pagina.

OK