Paasontbijt
 
  • Droomland
  • Wijkprojecten
  • Blog: lees een verhaal

Paasontbijt

De komende weken doen de theatermakers verslag van hun ervaringen en ontmoetingen in Leiden Zuidwest. Dit keer gaat Julia Schmitz op pad.

'Goedemorgen dames'

Ik kijk rond en vertel het gebruikelijke verhaal. Ik vertel over PS|theater, Leiden Zuid-West, de voorstelling die we gaan maken en hoe dat er ongeveer uit gaat zien. Zinnen als 'verhalen van bewoners', 'wat er in de wijk speelt' en 'kennis maken met Zuid-West' geven meestal wel duidelijk aan waarom we komen aanschuiven bij de rijkelijk gevulde Paastafel. Ik heb nog veel in te halen van afgelopen week, dus zodra ik de Arabische tong van Rian haar werk hoor doen, vermoed ik dat het prima is dat ik vertrek.

Een vrouw die zich voor mijn voeten werpt met haar bureaustoel houdt me tegen. 'Wat is het doel?', vraagt ze. Ik vertel haar over Droomland, de gedroomde stad, de spelende mens. Op de vraag of ik actrice ben vertel ik over mijn rol als stadsverkenner.

Dan zegt ze: 'Ik geef je een tip, je doet het heel goed hoor, maar ik begrijp eigenlijk nu pas wat je komt doen.' Aan de ene kant voel me lichtelijk op de vingers getikt maar ik waardeer haar eerlijkheid. Daar waar andere mensen altijd knikken en vervolgens vragen: 'En dat doen jullie als hobby?', is deze vrouw op zoek naar onze intentie.

Er worden me paaskoeken, matzes en chocolade-eieren aangeboden. Als ik ieder koekje zou accepteren op een dag als stadsverkenner zou ik me straks niet meer door de wijk kunnen verplaatsen. Ik denk aan alle tompoezen, mini-moorkopjes en ietwat droge chocoladekokosmacronen die ik in de afgelopen twee jaar bij mensen thuis aangeboden kreeg. Ik sla beleefd het aanbod af, mompel iets over stevig ontbijt, teveel koffie, sla wat onhandig op mijn buik en probeer weer te vertrekken.

Opnieuw word ik gestopt. 'Ik geef je nog een tip, je doet het heel goed hoor, maar bij ons in de cultuur is het een belediging om eten te weigeren. Neem iets mee, al is het maar iets kleins en stop het in je zak.'

Later, als het paaseitje in mijn achterzak zich inmiddels tot een paaspannenkoek heeft gevormd denk ik aan hoe ik mezelf altijd weer als een ander persoon in een gezelschap moet zetten. Hoe ik lach om grapjes die ik niet grappig vind, hoe ik misschien een keer mijn voeten niet heb geveegd of mijn handen niet heb gewassen. Ik twijfel over de keren dat ik me niet heb aangepast aan de regels van de huizen waar ik terecht ben gekomen. Moet ik meebidden aan een eettafel? Mag ik om één uur 's middags een biertje afslaan? Ik vraag me af of ik meer mensen heb beledigd en hoeveel ik er nog ga beledigen. Ik hoop in ieder geval dat ze me helpen, net als deze vrouw.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer informatie hierover vind u op onze cookie instellingen pagina.

OK